Iedere partner heeft na het einde van de samenwoning het recht heeft om nog gedurende een bepaalde periode (meestal drie maanden) in de gezamenlijk bewoonde woning te blijven wonen. Dit woonrecht is er ook als de woning aan de andere partner toebehoort. Niet de meest gezellige situatie, maar hiermee wordt voorkomen dat een partner op straat kan worden gezet. Daarna wordt beslist wie in het huis mag blijven wonen.
Bij een huurhuis moet worden gekeken wie de huur voortzet. Is er sprake van een woning die aan één van de partners toebehoort, dan zal de andere partner in principe na drie maanden de woning moeten verlaten. Een gemeenschappelijke (eigendom) woning kan worden verdeeld of verkocht.