Het recht van beraad is een periode die erfgenamen krijgen om te beslissen of zij een erfenis willen aanvaarden, verwerpen, of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair aanvaarden) na het overlijden van een persoon.
Erfgenamen hebben een wettelijke termijn van drie maanden om te beslissen wat ze met de erfenis willen doen. Als erfgenamen de erfenis zuiver aanvaarden, zijn zij verantwoordelijk voor alle schulden van de erflater, ook als deze hoger zijn dan de waarde van de nalatenschap. Erfgenamen kunnen ook besluiten de erfenis te verwerpen. In dat geval hebben ze geen recht op de nalatenschap, maar zijn ze ook niet verantwoordelijk voor eventuele schulden.
Tenslotte kunnen erfgenamen beneficiair aanvaarden. Dit is een vorm van aanvaarding waarbij de erfgenamen de nalatenschap aanvaarden, maar alleen voor zover deze positief is. Als de schulden groter zijn dan de bezittingen, dan zijn de erfgenamen niet persoonlijk aansprakelijk voor het tekort.
Het recht van beraad beschermt erfgenamen tegen het onbewust aanvaarden van schulden. Het geeft de erfgenamen de mogelijkheid om na te denken en informatie te verzamelen over de nalatenschap voordat zij een beslissing nemen. In Nederland hebben erfgenamen een wettelijke beraadtermijn van drie maanden na het overlijden van de erflater om hun keuze te maken. De rechter kan deze termijn verlengen.
Tijdens de beraadtermijn kunnen erfgenamen de nalatenschap beheren, maar ze moeten oppassen dat ze geen handelingen verrichten die kunnen worden opgevat als zuivere aanvaarding van de erfenis. Het is daarom belangrijk om juridisch advies in te winnen bij het omgaan met een nalatenschap.